Mensen zonder papieren krijgen vaak niet of veel te laat medische zorg

Mensen zonder wettig verblijf kunnen via ‘dringende medische hulp’ een beroep doen op een arts. Maar het systeem beperkt – soms op onwettige wijze – de toegang tot zorg en duwt hen richting duurdere ziekenhuisopnames, waarschuwt het Rekenhof.
Een jaar lang zwierf Camara ⁕ (30) van apotheek naar ngo naar vrijwilligersorganisatie en weer terug om aan de nodige medicatie te raken voor zijn hypertensie, een te hoge bloeddruk. De dokters hadden hem op het hart gedrukt zijn medicatie regelmatig te nemen. Als hij dat niet deed, had hij een verhoogd risico op hartfalen of een beroerte.
“Maar zonder verblijfsvergunning, vaste verblijfplaats of ziekteverzekering, word je van het kastje naar de muur gestuurd”, zegt de man, afkomstig uit Guinee.
Camara is een van de naar schatting 112.000 mensen zonder wettig verblijf in België. Wanneer zij niet genoeg financiële middelen hebben, hebben ze recht op ‘dringende medische hulp’ (DMH). Dat engagement vloeit onder andere voort uit een verdrag van de VN dat België ondertekend hee . Het lokale OCMW moet die hulp dan op zich nemen, vanuit de overheid wordt het gros van die kosten terugbetaald. Alleen loopt het systeem in de praktijk volledig mank.
Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Rekenhof. Dat is streng voor het gevoerde beleid: het systeem is onduidelijk, OCMW’s stellen soms zelfs onwettige voorwaarden, waardoor mensen op den duur naar het ziekenhuis trekken. Dat doet niet alleen de uiteindelijke kosten de hoogte in schieten, de beperkte toegang tot medische zorg voor de doelgroep vormt ook een gezondheidsrisico voor de algemene bevolking, waarschuwt het Rekenhof. Die medische zorg moet namelijk de verspreiding van overdraagbare ziekten helpen inperken.
Moeilijker te behandelen
Dat Camara überhaupt tot bij een dokter raakte, is al niet evident. In 2023 kregen in totaal slechts 23.032 mensen medische verzorging via DMH, samen goed voor zo’n 80,7 miljoen euro. Dat geld komt uit het budget van de federale overheidsdienst POD Maatschappelijke Integratie. Het gros van dat geld (zo’n 85 procent) ging naar behandelingen in ziekenhuizen, 15 procent ging naar ambulante zorg, zoals een huisarts. Bij de gemiddelde Belg is die verhouding omgekeerd, omdat die eerst naar een huisarts of specialist gaat. Dat mensen zonder wettig verblijf vooral naar het ziekenhuis gaan, doet de kosten fors oplopen, merkt Het Rekenhof op. Een ziekenhuisopname is namelijk een pak duurder. In 2023 konden de kosten voor een ziekenhuisopname oplopen tot meer dan 1.000 euro per dag, terwijl een gemiddeld bezoek aan een huisarts tussen de 24 à 30 euro bedroeg. Bovendien zijn de aandoeningen waarmee mensen uiteindelijk in het ziekenhuis belanden vaak ernstiger en moeilijker te behandelen, waarschuwen artsen in het rapport.
“De overheid bereikt hiermee dus het tegenovergestelde van wat ze wil, het wordt duurder om deze mensen te helpen”, zegt Katty Creytens, beleidsmedewerker bij het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN). Samen met de ngo Dokters Van De Wereld trok de armoedeorganisatie eerder dit jaar al aan de alarmbel.
“Ik werd van hot naar her gestuurd, zonder werkelijk toegang te krijgen tot het systeem”, getuigt Camara. Na het eerste doktersbezoek bij een antenne van Dokters van De Wereld, duurde het nog een jaar alvorens hij via zijn OCMW een voorschrift kon krijgen voor zijn medicatie. In principe moet een OCMW nochtans binnen de dertig dagen beoordelen of iemand voldoet aan de voorwaarden
Het verhaal van Camara is geen uitzondering. Niet alleen blijken OCMW’s te talmen, daarnaast stelt het Rekenhof vast dat er een aantal “onwettige praktijken” zijn. Zo gaf 16 procent van de positieve beslissingen in 2022 geen toegang tot medische hulp, omdat de OCMW’s alleen een “principiële beslissing” hadden genomen. In het systeem zijn ze op die manier in orde, omdat de aanvraag op tijd behandeld is, maar in de praktijk is er geen medische hulp verleend. Die manier van werken is volgens het Rekenhof onwettig. Daarnaast stellen OCMW’s ook onwettige voorwaarden aan sans-papiers, aldus het
rapport: zo moeten ze soms een identiteitskaart kunnen voorleggen, wat ze vaak niet kunnen. Door al die drempels wordt noodzakelijke zorg vaak uitgesteld tot ze effectief naar het ziekenhuis moeten.
Grootsteden
Dat OCMW’s niet snel toegang tot dringende medische hulp toekennen, heeft volgens Creytens een aantal redenen. “Allereerst worden OCMW’s, zeker in grootsteden, overspoeld door hulpvragen, niet alleen van mensen zonder wettig verblijf”, zegt Creytens, die twintig jaar bij OCMW’s heeft gewerkt. Daarnaast is er een angst voor de financiële consequenties voor het OCMW. Ziekenhuizen kunnen via het digitale systeem rechtstreeks factureren aan de overheid, maar heel wat huisartsen zijn nog steeds niet aangesloten op
dat systeem. Hun facturen, of die van een tandarts of een apotheker, moeten worden voorgeschoten door het bevoegde OCMW”, zegt Creytens. Die kosten kunnen serieus oplopen, voegt ze toe.
Het Rekenhof doet aanbevelingen om het systeem toegankelijker te maken, ook voor zorgverleners. Ook vindt het dat de POD Maatschappelijke Integratie controles zou moeten uitvoeren op de beslissingen van OCMW’s. Minister van Maatschappelijke Integratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) ziet heil in een "vernauwing van de de defnitie van dringende medische hulp”. “Onze gezondheidszorg moet toegankelijk blijven voor wie het echt nodig heeft , maar mag geen onbedoelde aantrekkingskracht uitoefenen op mensen in illegaal verblijf”, aldus Van Bossuyt.
⁕ Camara is een schuilnaam, zijn echte identiteit is gekend bij de redactie van De Standaard