20-09-2024

Gevlucht uit Palestina, op straat in België

Terug

De politieke en media-aandacht voor de vele aanvragers van internationale bescherming (‘asielzoekers’) die op straat slapen is volledig verdwenen. Dat de opvangwet al ruim 3 jaar met de voeten wordt getreden, zorgt voor gewenning; niemand kijkt er nog van op. Enkel wie overlast ondervindt of in hun dagelijkse werking met deze mensen in contact komt, zoals de Brusselse vzw Pigment, trekt nog aan de alarmbel.

Zelfs meer dan 10.000 veroordelingen door de arbeidsrechtbank krijgen staatssecretaris De Moor, verantwoordelijk voor asiel en migratie, niet in beweging. Deze aanhoudende onwettelijke situatie betekent dat we niet langer kunnen spreken over een ‘opvangcrisis’ maar wel over een 'niet-opvangbeleid'. Het probleem is niet dat er te veel mensen op de vlucht zijn die bescherming vragen in België, wel de politieke onwil om deze mensen op te vangen.

Elke persoon die internationale bescherming aanvraagt in België heeft recht op opvang en de begeleiding die daarbij hoort. Fedasil, dat bevoegd is om deze opvang te organiseren, laat vooral alleenstaande mannen in de kou staan. Noodopvangstructuren zoals Samusocial, Croix Rouge en burgerplatform BelRefugees waar normaal gezien enkel dak- en thuislozen terecht kunnen, huisvesten (tijdelijk) deze opvanggerechtigden. Ze doen wat ze kunnen, maar zijn intussen helemaal verzadigd. Daardoor overleven heel wat mensen noodgedwongen op straat, waaronder heel wat Palestijnen die recent hun land ontvluchtten.

Pigment vzw, een Brusselse armoedebestrijdingsorganisatie die mensen in precaire verblijfssituaties ondersteunt, is één van de organisaties die geconfronteerd wordt met deze absurde en onmenselijke situatie. Tijdens hun onthaalmoment op maandag, smeken elke week een 35-tal Palestijnen die een asielaanvraag hebben ingediend om hen te helpen bij het vinden van opvang, omdat die hen door Fedasil geweigerd werd. De medewerkers worden met de wanhoop van deze vluchtelingen geconfronteerd maar hebben geen antwoord. Tot diep in de nacht ontvangen zij WhatsApp-berichten van uitgeputte Palestijnen die de nacht buiten doorbrengen.
Een voorbeeld:

Peace be upon you. I am sitting in the park and the rain is falling on me. Please find me a solution. I swear to God I can’t stand it. I am crying because of the heavy rain falling on me.

Deze Palestijnse vluchtelingen komen uit bezet en door aanvallen geteisterd gebied: iedereen kampt met oorlogstrauma’s, ieder van hen heeft familieleden verloren en leeft in onwetendheid over het lot van geliefden. Velen hebben fysieke letsels: gehoorschade door de bommen, slecht verzorgde brandwonden, scherven en kogels in het lichaam, enzovoort. Deze mensen hebben rust en verzorging nodig, maar worden bewust aan hun lot overgelaten. Mensen lopen, bovenop hun oorlogstrauma, nieuwe kwetsuren op.

De eerstelijnssector wordt voor een patstelling geplaatst onder een overheid die zijn verantwoordelijkheid niet neemt. Medewerkers uit de welzijnssector zijn doorgaans al onderbevolkt om hun opdracht uit te voeren. Ook zij raken uitgeput en hebben steeds minder tijd en energie voor mensen die hun aandacht nodig hebben. Zo raakt het falend opvangbeleid voor verzoekers van internationale bescherming niet alleen de opvanggerechtigden zelf maar ook andere mensen in uiterst kwetsbare situaties. De concurrentie tussen verschillende kwetsbare groepen in de samenleving wordt aangescherpt. De beleidsmakers worden hier niet rechtstreeks mee geconfronteerd, de eerstelijnswerkers mogen alles incasseren. En met de betrokkenen gaat het alsmaar slechter.

Ten eerste verwachten wij van de beleidsmakers dat het eerstelijnswerk de valorisering en financiering krijgt waar het recht op heeft. Noodopvangstructuren moeten de nodige capaciteit krijgen en organisaties die sociale begeleiding voorzien moeten de middelen krijgen om op een kwalitatieve manier mensen te begeleiden.
Ten tweede roepen we met hoogdringendheid op dat de Belgische Staat haar eigen wetgeving respecteert en een menselijk onthaal organiseert voor al wie daar recht op heeft. Heeft elke politicus bij de eedaflegging niet gezegd: "ik zweer, getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de grondwet en aan de wetten van het Belgische volk." Men heeft de mond vol van rechten en plichten, geldt dit dan niet voor de verantwoordelijken van dit land? Het niet-opvangbeleid heeft nu al een enorme impact op de asielzoekers, eerstelijnswerkers en andere kwetsbare groepen. Uit de informatie die vanuit de federale formatie de buitenwereld bereikt, blijkt dat de partijen rond de tafel het aantal opvangplaatsen nog verder willen terugbrengen tot het absolute minimum. Dit is niet alleen je reinste struisvogelpolitiek, maar ook een regelrechte humanitaire ramp.

Auteurs: Ellen De Leener (Pigment vzw) en Christa Matthys (Brussels Platform Armoede)

Bio: Ellen de Leener is sociaal werker bij Pigment vzw. Ze werkt al ruim tien jaar met personen in precair verblijf. Christa Matthys is beleidsmedewerker bij Brussels Platform Armoede.

Mensen lopen, bovenop hun oorlogstrauma, nieuwe kwetsuren op

lees de open brief in De Wereld Morgen

Blijf op de hoogte

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief van het Vlaamse Netwerk tegen Armoede


Volg ons

Steun ons nu

Uw steun versterkt de stem van mensen in armoede en helpt in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. 

Steun ons nu
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikersgemak te verbeteren.
Ik ga akkoord.  Lees meer.